zondag 28 oktober 2007

Pashupatinath

Het heilige der heiligen voor Hindoe's in Nepal is Pashupatinath. Hoewel de tempel niet door niet-hindoe's bezocht mag worden is Pashupatinath een toeristische trekpleister van jewelste. Oorzaak is voornamelijk de openbare lijkverbrandingen die aan de Bagmati-rivier plaatsvinden (op de zogenaamde Ghats). Een schouwspel dat zowel door vele toeristen als door lokale Nepalezen met belangstelling wordt gadegeslagen. Hoewel wij ons enigszins ongemakkelijk voelden bij de situatie (als paparazzi bij een andermans begrafenis) hebben wij een en ander ook met verwondering gevolgd.


De Bagmati-rivier mondt uit in de Ganges (Varanasi, India) en is daarom heiliger dan heilig voor hindoe's. Enigszins merkwaardig is (naar westerse opvattingen) wel dat ook deze rivier uitermate vervuild is. Klaarblijkelijk vormt dat geen enkele belemmering om de rivier als heiligdom te aanvaarden.


Een overledene wordt allereerst gewassen met water uit de rivier. Vervolgens wordt het lichaam in doeken gewikkeld. Daarna dragen 4 mannen (de vrouwen worden op verre afstand gehouden) het lichaam een aantal malen rond een aantal blokken hout, waar de overledene op wordt gelegd. Bij de ceremonie die wij bekeken mochten daarna de vrouwen afscheid nemen, door tevens om het lichaam heen te lopen. Dit ging gepaard met een hartverscheurend gehuil. Naar wij later hoorden is dit ook de reden dat vrouwen ver weg van dergelijke crematies worden gehouden, omdat de dood volgens het hindoe-geloof een blijde gebeurtenis is,waarbij de persoon uit zijn lijden van het leven wordt verlost, althans op weg kan naar het veel mooiere hiernamaals.


In principe begint dan de belangrijke rol voor de oudste zoon van de overledene (als er geen zoon is, gelden er andere protocollen). Bij de ceremonie die wij gadesloegen was de oudste zoon een jongen van 15 die zichtbaar veel moeite had met alles. Hij moest zich eerst wassen in de rivier, waarna hij verschillende rondjes om het lichaam moest lopen. Vervolgens moest hij via een soort aanmaakblokje onder het hoofd van de overledene het vuur aansteken. Daarna moest hij zich weer wassen in de rivier. Vanaf dat moment staat eigenlijk de rest van de familie al een eind weg en met de rug naar de overledene toe, waardoor de jongen een enigszins verloren indruk maakte. Op het moment dat het lichaam van de overledene brandt lijkt de ceremonie afgelopen en verdwijnen de meeste familieleden. Als alles grotendeels tot as is verbrand worden de restanten in de rivier geveegd.


Andere trekpleisters in Pashupatinath zijn de vele apen die over de tempels, langs de tempels, onder de tempels en langs de kade schieten. Ze geven een vrolijke noot aan het alles. Daarnaast genieten de sadhoe's (heilige mannen met dreadlocks en besmeurd met as die hun leven hebben gewijd aan het aanbidden van de godin Shiva) veel bekijks. Helaas zijn ze zich daar zelf ook van bewust en proberen zo hun dagelijks brood te verdienen aan die fotograferende toeristen ("you want to take picture, 100 roepies"). Daar doen wij lekker niet aan mee.


Bodhnath

Na Pashupatinath zijn we doorgelopen naar een van de grootste stoepa's ter wereld, waar vele boedhisten hun rondjes maken (altijd linksom, met de wijzers van de klok mee) langs de gebedsrollen, terwijl het eeuwenoude mantra Om Mani Padme Hum (O, gij juweel in de Lotus) met eindeloze herhaling door de lucht galmt. Volgens de overlevering bevat de stoepa de beenderen van een van de oerboeddha's. Op de koepel staat de voor stoepa's kenmerkende koperen kubus met aan alle zijden een paar ogen, de alziende blik van boeddha die de mensheid aanschouwt. Boven zijn ogen zit een klein derde oog, noodzakelijk voor de nodige zelfreflectie van Boeddha. Er zijn geen oren aanwezig want Boeddha is geheel niet geinteresseerd in gebeden te zijner ere. Tevens is er geen mond aanwezig daar Boeddha mediteren prevaleert boven preken. De vraagtekenvormige neus is het symbool voor 1 en staat voor de eenheid van het mensdom en de eenwording met Boeddha.


Hoewel Bodhnath zonder meer een van de bekendste stoepa's is, vinden wij Swayambhunath toch duidelijk mooier. De stoepa geeft een prachtig uitzicht over Kathmandu en doet zijn bijnaam "Monkey Temple" zonder meer eer aan. Het krioelt er daadwerkelijk van de apen.


Het schrikbarende is dat je nergens in Nepal zo met armoede geconfronteerd als op deze heilige plaatsen. Het zijn echt schrijnende beelden die we nabij de tempels zien van moeders met kinderen en mensen met duidelijk zichtbare ziektes. Het maakt er zeker niet makkelijker op en je moet jezelf soms overtuigen dat het geven van 200 roepies de situatie van deze mensen op de lange termijn echt niet verbeterd, maar waarschijnlijk alleen maar voor meer schrijnende toestanden zorgt. We vragen ons echt terdege af, hoe zo'n land deze structurele armoede zou kunnen aanpakken....

dinsdag 23 oktober 2007

Openluchtmuseum

Het was gewoon de dagelijkse werkelijkheid waar we doorheen liepen. Het was gewoon het leven van alledag in Bhaktapur, een plaatsje net buiten Kathmandu, maar voor ons westerlingen leek het meer een museum, met ingehuurde mensen die graan te drogen legden op de pleinen, met de jongetjes met zelfgemaakte vliegers, met de piepkleine huisjes en winkeltjes. Met Durbar Square dat is volgepakt met tempels, met Potters Square waar werkelijk allerhande aardewerk wordt verkocht en het hele plein ligt bezaaid met, jawel potten. De tijd heeft totaal stilgestaan in Bhaktapur. Ijsjes en ballonen worden verkocht door mannen op de fiets, eenden worden verkocht door jongetjes met grote manden. Er is een klein groenteboertje, een schattig vishandeltje, een oud mensje dat in haar donkere en bedompte huisje koekjes maakt en verkoopt. Bhaktapur is een museum. Een levend museum, waar je even in de middeleeuwen waant. Prachtig om te zien, maar tegelijkertijd gepaard gaande met een armoede die wij niet meer kennen sinds pak hem beet de Gouden Eeuw. Patan (ook net buiten Kathmandu) is tevens de moeite waarde met zijn indrukkwekkende Durbar Square volgestouwd met tempels en het prachtige Boeddhistische klooster (Gouden Tempel), maar voor een echte reis terug in de tijd moet je toch echt naar Bhaktapur.
Volgende keer meer over onze indrukken bij Pashupatinath en Bodhnath. En dat zijn er nogal wat......
Olifanten II

Een smal trappetje leidde naar een klein platform, waar de olifant zich zojuist met een uitstekende achteruitsteek-manoeuvre had ingeparkeerd. Vervolgens was het een kwestie van over de rug van de olifant naar het zitplateau proberen te komen. We werden met zijn vijfen (wij 2-en een Nepalees gezin, waarvan papa ook jurist bleek te zijn en helemaal enthousiast werd van het feit dat hij een vakgenoot ontmoette) in het zitplateau/hok/iets gestouwd en vervolgens gingen we op weg naar de deep, deep jungle.

Het zitten op de rug van een olifant is zonder meer een hele aparte ervaring, maar dat wil zeker niet zeggen dat het een comfortabele manier van voortbewegen is. Verre van dat zelfs. Het is heel bijzonder om te zien hoe zorgvuldig de olifant zijn stappen zet en zich geheel bedachtzaam voortbeweegt. Helemaal met liefde voor de plantjes en boompjes gaat dat overigens niet; als er iets in de weg staat is een flinke greep met zijn slurf genoeg om een einde te maken aan de natuurlijke blokkering.

Het ultieme doel van een olifantensafari is (zo heeft de plaatselijke toeristenindustrie bepaald) is het zien van rhino's (neushoorns). Op een gegeven moment klinkt er dan ook een flink geschreeuw uit de jungle, waaruit blijkt, zo wij van onze gids mogen vernemen, dat de andere olifantenberijders een rhino hebben ontdekt. Het daarop volgende tafereel is even bijzonder als absurd. De andere olifanten hebben een moeder-rhino en haar kindje ingesloten, waardoor de moeder behoorlijk opnrustig wordt. De baby-rhino vindt het allemaal wel best en kauwt rustig verder op plantjes en takjes. Van alle kanten flitsen de digitale camera's en zijn de "ooh's" en "aah's" niet van de lucht. Bijzonder, zonder meer, maar er is nauwelijks sprake van een natuurlijke encounter met een rhino. Helaas is het toeristisch geweld in Nepal zelfs doorgedrongen tot in de jungle. Waarbij de Nepalezen zelf nog de hoofdrol spelen, daar zij al rokend en chips etend op de rug van een olifant de jungle aan zich voorbij laten trekken.

Op de terugweg spotten wij nog enige aapjes, herten en een wilde haan, maar dat mag eigenlijk geen naam hebben. Bovenal valt het aantal aapjes in de jungle helemaal in het niet, vergeleken met het aantal dat we op de "highway" richting Kathmandu tegenkwamen en vandaag bij Pashupatinath. Dat waren pas veel aapjes, zowel letterlijk als figuurlijk....

maandag 22 oktober 2007

Olifanten, olifanten & olifanten I

Hij had me er binnen 10 seconden af. Na eerst een douche te hebben gekregen, kreeg onze olifant de opdracht even flink te schudden en zijn berijders eraf te gooien. Ik lag er gelijk af, Anne hield het nog iets langer vol.

Het is allemaal wel wat dubieus, al die olifanten hier. Eergisteren zijn we al naar het Elephant Breeding Centre geweest, om de baby-olifantjes te bekijken. Allemaal heel erg schattig natuurlijk (hoewel we allebei wel even terugdeinsden toen zo'n schattig kleintje "uitbrak". Het was echter een hele lieverd die alleen geinteresseerd was in de olifantenkoekies die je bij de ingang kon kopen), maar met moeder-olifant aan de ketting vroegen wij ons toch af of ze niet iets teveel worden beroofd van hun natuurlijke habitat. Later hoorden we overigens dat ze alleen voor het eten worden vastgelegd.

Hetzelfde geldt eigenlijk voor het "olifantenbadderen". Hoewel de olifanten duidelijk genieten van hun dagelijkse waterfestijn en de stevige schrobbeurt is maar de vraag of ze er op zitten te wachten dat allerhande toeristen op hun rug klimmen. Van de andere kant lijkt het ze ook niet zoveel te deren en eerlijk is eerlijk; de ervaring om in je zwembroek en t-shirt op een olifant te zitten is een ervaring die bij gelegenheid zonder meer moet worden genoten. Het is een uniek waterfeest zo samen met een olifant in bad....

Volgende keer meer over de Elephant Safari, de Rhino's, de apen en nog veel meer. Ik heb nu geen zin meer...
19-10-2007 Chitwan

(Onderstaande tekst komt integraal uit mijn dagboekje)

De zenuwslopende activiteiten hebben we nu wel achter de rug denk ik. De spannende rafting, om nog maar te zwijgen over de zenuwslopende jungle walk van gisteren (18-10-2007) met verdacht bewegende bomen, sporen van neushoorns, tijgers en een huilende luipaard. Ik moet toegeven , al wandelend door het hoge olifantengras, knepen wij hem af en toe wel een beetje. Een Rhino van 2 ton schoon aan de haak voor je neus is niet echt iets waar je in Nederland op enige manier op kan worden voorbereid. Hoewel we wel een "peptalk" van onze zeer humoristische gids hadden gehad, vooraf aan de walk ("Do as I do, don't run, don't scream, just hide and cover") mocht al die gezellige beesten van ons toch een beetje wegblijven.

De voorafgaande kanotocht was overigens een lust voor het oog. Vooral de in verschillende kleuren voorbij vliegende ijsvogels waren beter dan iedere foto uit de Peterson Vogelgids. Verder werden we beloond met verschillende krokodillen, waaronder een klaarblijkelijk zeldzame witte visetende krokodil. De gevaarlijkste krokodil van het gebied lag overigens al de hele dag vlak voor ons hotel op een eilandje in de rivier. Volgens onze gids met humor vooral erg "keen on dutch tourists". We hebben hem in ieder geval een uur lang een kat en muis spel zien spelen met een zwerfhond die langs de waterlijn heen en weer liep. In het verleden schijnt hij al meerdere honden te hebben gegrepen, alsmede een hele koe. Bepaald geen huis-, tuin- en keukenkrokodilletje dus...Dachten we na de jungle walk dan ook het ergste te hebben gehad moesten we nog met zo'n hevig wiebelende boomstam naar de overkant van de rivier, pal langs Mr. Kroko himself. Maar goed, we zitten hier dus dat zegt genoeg.

Anne ligt vandaag doodziek op bed (maagproblemen). Vanmorgen is de plaatselijke dokter al geweest en heeft haar wat medicijnen voorgeschreven, maar ik zie tot nog toe helaas weinig verbetering. Volgens de zeer joviale arts moeten we het echter een uur of 24 geven. Vanavond komt hij weer even langs. Ik zit op dit moment aan een sublieme Dal Bhaat in Alfredo's, dus ik mag verder niet klagen.

19-10-2007 Chitwan (avond)

Zo de arts is net geweest en dat klonk allemaal zeer positief. Anne deelt dat positivisme nog niet, maar hopelijk komen zijn voorspellingen uit. Ik zit ondertussen weer aan zo'n heerlijke Everest Beer en een Enschillada in Jungle View (de enige plek waar nog iemand zat, vandaar). Vliegen hier wel duizenden van die groene beestjes, geen idee wat het is, maar irritant zijn ze wel daar ze met zijn alleen een snoekduik maken in mijn bier. En je weet het...een man en zijn bier, of zoiets....

Er zitten in Chitwan opmerkelijk veel Nederlanders, wat de vervelende bijwerking heeft dat alle hotel/restaurant medewerkers veel te veel Nederlandse woorden kennen en deze dan ook te pas en te onpas gebruiken. Tevens staat op elke menukaart (in wisselende spelling) de fantastische snack "patatje oorlog", ik begin er nog eens niet aan....Overigens snak ik qua eten sowieso wel naar een wat grotere plaats. Had ik al verteld over die fantastische ontbijten bij Boomerang (Pokhara) met uitzicht over het meer? Of over die fantastische diners bij Moondance (tevens Pokhara)? Om je vingers bij af te likken.

Ook nog het vermelden waard is onze moordende tocht naar de World Peace Pagoda in Pokhara. God, wat waren we beiden chagrijnig toen bleek dat het nog zo'n eind lopen was in de brandende zon. Toen we onderweg ook nog een slang tegenkwamen was het feest helemaal compleet. Volgens de overlevering woont er overigens een python in de bananenboom voor ons hotel. Ook een heel gezellig huisdier. Over huisdieren gesproken, er lopen hier heel veel zielige zwerfhondjes c.q. vlooienbalen rond, die we eigenlijk het liefst zouden adopteren. Maar ja, praktisch wordt dat allemaal heel lastig. En ze hebben echt heel veel vlooien.

Een topic wat ik tot nog toe een beetje heb vermeden is de armoede in Nepal. Op de een of andere manier is de armoede hier minder opvallend dat het schrijnende en schokkende wat we in Delhi hebben gezien, maar zeker niet minder aanwezig. De dingen die we vooral "onderweg" vanuit de bus zien, zijn dermate mensonterend dat ik me als westerling toch ieder keer weer een beetje geneer over de luxe waarin wij leven en door dit land kunnen reizen. Indrukwekkend was ook de foto-tentoonstelling die wij in het Mountain Museum in Pokhara zagen. Foto's uit de jaren '40 uit Tirol werden tentoongesteld naast foto's uit 2005 van de Annapurna regio. Het verschil was nihiel, waarmee zonder meer duidelijk werd dat de tijd in Nepal eigenlijk doodstil lijkt te staan.

Ook het feit dat wij hier voor 200 roepies (= 2,40 euro) echt een fantastische maaltijd kunnen eten, terwijl buiten de auto's rondrijden van het UN World Food Program werkt niet echt goed voor de gemoedsrust.

Ander schokkend feit is de manier waarop de westerse samenleving omgaat met het natuurschoon in Nepal. In het Mountain Museum in Pokhara was tevens een expositie gewijd aan het afval dat door de jaren heen was achtergebleven op de Everest. Klaarblijkelijk leven er op deze planeet mensen die niet weten dat de natuur zich geen raad weet met metalen, chemicalien, kunststoffen en andere gefabriceerde materialen. Na mij de zonvloed lijkt een beetje het motto. Overigens schijnen vooral Japanners er een handje van te hebben alles maar achter te laten in de bergen. Wel weer goed nieuws is dan ook dat een andere Japanner enige jaren geleden het initiatief heeft genomen de rotzooi weer op te ruimen, uit de foto's is op te maken dat dat echter een hels karwei wordt, dat nog jaren in beslag gaat nemen....

woensdag 17 oktober 2007

White Water Bonanza & Elephants

Ook geschikt voor familie's stond er in de LP. De tweedaagse rafting trip op de Seti, wel met verschillende "rapids" maar het was nergens een "white water bonanza". De Seti was met name geschikt voor mensen die wilden genieten van de prachtige omgeving. Allemaal helemaal waar, de hangbruggen over de rivier, waarover de mensen met gekleurde papaplu's liepen van de ene groene heuvel naar de andere groene heuvel, leverden prachtplaatjes op. Alleen dat geschikt voor familie's? Daar dacht ik toch iets anders over toen ik, Anne en de 6 anderen onder de omgekiepte boot lagen en naar beneden werden gezogen in de wild kolkende rivier....


Anne, ik en de gids konden ons op een gegeven moment vastgrijpen aan de boot, de anderen waren op miraculeuze wijze aan de kant van de rivier terecht gekomen. Eenmaal met behulp van de gids op een rots geklommen, zat de schrik er goed in. Gelukkig was de campingplaats een paar honderd meter verderop en konden we daar onder genot van een kop thee helemaal bijkomen. De gidsen + onze multi-inzetbare safety-kayaker ( zo bleek er ook een zeer goede kok in hem te schuilen) gooiden vervolgens een prachtige maaltijd op tafel, wat na deze avonturen bijzonder welkom was.


De volgende dag was misere, maar dat kwam voornamelijk door het weer. Het was 's nachts begonnen met regenen en onweren, met enkele verschrikkelijke klapppen. Sta je daar met je tentje in het open veld, met de kleren buiten aan de waslijn te drogen van het omkiep-avontuur. Daar moest ik wel even doorheen bijten. Eenmaal op de rivier was alles echter snel weer vergeten, zeker omdat vandaag nog een paar flinke "rapids" op het programma stonden. Met een ietwat voorzichtige gids hebben we die echter allemaal prima overleefd en anderhalf later stonden we bibberend van de kou weer veilig aan wal, waar onze multitask kayaker nog eenmaal een maaltijd in elkaar flanste.


Op naar Chitwan. Wisten wij veel dat het avontuur nog niet was afgelopen. De gids hield zoals afgesproken voor ons een public bus aan, die keurig stopte. Nu moet je voorstellen, een "public bus" betekent hier een bus uit de jaren '60 a '70 van het befaamde merk Tata, die zijn glorieuze jaren in India heeft beleefd en nu zijn pensioen mag slijten in Nepal. Dat betekent stoeltjes waar geen hond inpast, nou ja geen Nederlander, en een gebonk en gestoot waar je kotsmisselijk van wordt. Om dat te bevestigen hing er voor onze neus gelijk een vrouw uit het raam van de bus die haar maaltijd half verteerd weer op straat gooide. En toen zaten wij nog eens niet in de bus. Maar goed, wij wilden naar Chitwan.


Nu is hier momenteel tot begin volgende week het belangrijkste hindu-festival aan de gang, waarbij elke loslopende geit zo ongeveer wordt geofferd. Dat betekent dat iedereen zijn eigen geit meeneemt naar zijn of haar familie om aldaar de feestelijkheden in gang te zetten. U raadt het al, niemand heeft hier eigen vervoer, dus die geiten moeten ook met het OV. Zo zagen wij geiten vrolijk rondkijkend op het dak van een mini-van (zo'n Suzuki-busje), geiten achterin in de pick-up laadbak en jawel ook een geit in onze bus. Om de enige nog beschikbare plaats te bereiken moesten wij letterlijk over deze geit heenklimmen. De geit boeide het allemaal niet zoveel, maar Anne had twee hoorns die constant tegen haar knie aan beukten. Desondanks hadden we allebei wel medelijden met het beestje. Het lijkt me niks voor zo'n geit om urenlang in een bus te moeten hobbelen.


Anyway, rond 15:00 waren we in Chitwan. Nu zijn we ondertussen wel gewend aan allerhande beesten op de weg, de koeien lopen hier immers overal, maar de eerste olifant tegenkomen was toch wel een bijzondere aanblik. Die hobbelen hier namelijk vrolijk rond met hun vaste berijder die ze al vanaf de geboorte kennen. Vanmorgen tijdens het dagelijkse bad kon je goed zien wat voor een bijzondere band zij hebben met hun dieren. Morgen gaan we met de olifanten mee in bad en lekker meeschrobben aan de die dikke huid. Ik ben heel benieuwd...

zaterdag 13 oktober 2007

06/10/2007 - Ghorepani

Rustdag vandaag. Hoewel mensen over het parcours razen alsof het niks is (u kent ze wel de afgetrainde types, grote bonkige spiermassa's, relatief vaak afkomstig uit de V.S.), hadden wij met 3 uur onafgebroken stenen trappen lopen, het wel even gehad. Voor de statistici, de eerste drie uur van Tikhedungga naar Ghorepani bestonden uit 3.280 treden en ik kan u verzekeren, dat zijn veel treden. En toen waren we pas halverwege. Ook de rest van de dag was het stijgen, stijgen en nog eens stijgen. Gelukkig werden we onderweg wel beloond op een prachtige uitzicht op de Annapurna South.


De tweede helft van de dag, na een goede lunch en een kop heerlijke Nepali Tea (thee met kaneel, cardemon, suiker en melk, de goede is heerlijk pittig), ploegden we lustig verder door de bossen, waardoor de zon in ieder geval niet meer alles in vuur en vlam zette, en we zelfs nog twee aapjes hebben gespot.


Al met al zijn we vandaag bijna 1.500 meter gestegen (1549 m naar 2.860 m), wat naar ik heb vernomen in stijgingsmeters een flinke stijging is. Enige symptomen van hoogtezieke staken dan ook gelijk de kop op. Hoofdpijn, dorge hoest en wat suf. Alleen al daarom leek een acclimatisatiedag ons een zeer wijs idee. Dat en het feit dat het magnifieke uitzicht dat je van uit Ghorepani behoort te hebben op zowel Dhaulagiri als Annapurna vandaag letterlijk in de mist hing. Oftwel er was geen donder te zien. Tijd zat, dus gaan gewoon een dagje theeleuten, boekje lezen en Yak-kaas eten.
(Totale looptijd: 8 uur)


07/10/2007 - Tadapani

De ingelaste rustdag van gisteren loonde zonder meer de moeite. De uitzichten op zowel de Dhaulagiri en Annapurna waren fenomenaal deze morgen, met als absoluut hoogtepunt de view vanaf Ban Thanti op 3.180 meter.


De rest van de tocht vandaag verliep dalend door een prachtig bos met een wild stromende river. Over de behoorlijke gladde treden donderde ik een eindje naar beneden, maar dat mocht verder geen naam hebben. Wel leken we onze enorme "stijgingswinst" van 2 dagen geleden als sneeuw voor de zon te verdwijnen op deze manier. We gingen zoals onze gids het verwoordde "down, down, down". Na een heerlijke lunch op een prachtige plek met zicht op de kolkende rivier, waarna we langzaam verder trokken naar Tadapani. Gelukkig werden we op het eind van de wandeling nog beloond met een enorme trap omhoog, waardoor ons verlies in hoogte werd beperkt tot 200 meter. (Tadapani ligt op 2.630 m).


Tadapani is een beetje treurig. Dat heeft in de eerste plaats te maken met het miserabele weer van vanmiddag. Het zonnetje van vanochtend heeft plaats gemaakt voor druilerige grijze bewolking, waar wat miezerige regen uitkomt. Het beloofde mooie uitzicht op Machhapuchhre (Fishtail) was dan ook voor ons niet weggelegd. Voor de rest is het wat "chilly" hier, de w.c. allesbehalve fris (Anne kwam er kokhalzend vanaf door de geur..) en de douche, tja de douche. Het is een hok, waar ik niet ik kan staan en waar een straaltje water uit iets komt wat klaarblijkelijk door moet gaan voor douchekop. Nee, ik word niet zo vrolijk van Tadapani.


Maar er kwam vooruitgang. Op het moment dat ik dit schrijf (in mijn notitieboekje) hebben ze onder de grote tafel in de "eetruimte" twee stalen potten met hete kolen gezet. Aan de tafel zelf hangen zware kleden zodat ik nu als een oude oma met een kleedje op schoot aan mijn Nepali Tea zit te slurpen. Ach, en de Engelse berenmokken waar de thee in wordt geserveerd maken ook een hoop goed. Inmiddels hebben alle gasten van onze lodge zich om de eettafel geschaard en wordt het nog best gezellig. De Engelsen leggen een kaartje, De Spanjaarden lezen wat, De Noren kletsen honderduit en wij spelen een potje schaak. Zometeen weer een heerlijke Dal Bhaat. Mmmmm....
(Totale looptijd: 5 uur)


08/10/2007 - Chhomrong

We hebben al dagen geen auto of ander gemotoriseerd verkeer gezien, bedacht ik me vanmorgen ineens. Alles wordt hier in de bergen aangeleverd door kleine groepjes zwaar bepakte paardjes, pony's en ezeltjes en door mannen en vrouwen met grote manden op hun rug, waarvan ze het hengsel om hun voorhoofd doen, in plaats van om hun schouders. Het ziet er indrukwekkend uit.


Vanmorgen vroeg vertrokken uit dat ietwat troosteloze Tadepani (hoewel het beloofde uitzicht vanochtend meer dan waarheid werd), waar het ontbijt weinig meer positiefs toevoegde aan dat wat we al ervaren hadden. Ik zit hier 's morgens aan de pannenkoeken, maar die "deegschijf" van vanmorgen was alesbehalve een pannenkoek. Na een flinke afdaling naar beneden kwamen we langs een prachtige lodge, waar we dan ook maar even een echt ontbijt hebben genoten. Daar het vannacht flink had geregend, maakte ik ook gelijk kennis met de allereerste bloedzuiger in mijn leven. Het was een kleintje, maar het monster had zich aardig vastgezogen.


Echt opmerkelijk is dat we iedere dag in een andere landschap lopen. Vanmorgen liepen we door een prachtige groene vallei met grasland, aan het eind staken we een woeste rivier over (via zo'n altijd fijne gammele hangbrug) en 's middags slingerden we vervolgens over een smal pad langs de heuvel naar boven. Vandaag was ook wel de dag van de beste lunch. Het mannetje kwam helemaal stralend met een verse tomaat uit zijn moestuintje aanzetten toen Anne om nog een kopje tomatensoep vroeg. Verser dan vers!


Uiteindelijk kwamen we aan in Chhomrong. Decision point. Hier zouden we beslissen of we door zouden lopen naar Annapurna Base Camp (ABC) of dat we terug zouden. Doorgaan zou een tocht van 14 dagen beteken. Teruggaan zou het ongeveer in totaal 9 a 10 dagen trekking betekenen. De keuze was snel gemaakt. Hoewel we zelf verbaasd stonden dat we de trekking tot nog toe relatief makkelijk hadden gelopen, vonden we het ook wel leuk geweest. Anne had het vooral gehad met het wandelen, ik vooral met de krakkemikkige slaapvertrekken, de vieze w.c.'s (gaten in de grond) en de koude (en vieze) douches. Bovendien had ik op 3.000 meter al wat last van de hoogte, laat staan op de 4.100 meter van ABC. Het wordt dus terug naar Pokhara. 10 dagen trekken is leuk zat....
(Totale looptijd: 5 a 6 uur)


09/10/2007 - Jhinti

Zo, dat was me de discussie weer wel, vanmiddag met Raj. Hij had even gebeld met HQ dat we eerder terug zouden zijn dan gepland en hij was behoorlijk "determined" om ons ook de overige 4 dagen "full service" te bieden. Ondanks het feit dat het goed klikte met hem, was dat zeker iet de bedoeling. Na een twee uur kletsen, wat steun van 2 Zweedse meiden die tevens ervaringen hadden met vastklevende gidsen was hij er eindelijk van overtuigd dat we in Pokhara onze eigen weg zouden gaan.


Vandaag hebben we maar een uurtje gelopen en blijven we even in relaxen in Jhinti bij de Hot Springs. Heerlijk warme natuurlijke bronnen, waar we perfect tot rust komen. Nu zit ik aan zo'n heerlijk Banana Lassi (die dingen zijn echt lekker en drinken ze hier in Nepal en India volop) en droom weer een beetje over het uitzicht van vanochtend, toen we tijdens het ontbijt Fishtail bijna konden aanraken, zo dichtbij leek de berg. Chhomrong was een gezellige stop, heerlijke gegeten aan de grote tafel en wat gekletst met "die-hards" die wel gewoon naar ABC gingen of daarvan terugkwamen.


Anne beweert dat ze vannacht nog een beer c.q. sneeuwluipaard om de lodge heeft horen sluipen. Ik weet van niets, maar ik sluit niets uit in deze bergen. Al zijn het voornamelijk loslopende koeien en honden waar je hierover struikelt.
(Totale looptijd: 1 uur en 1 uur retourtje Hot Springs)


10/10/2007 - Tolka

Raj wilde graag dat we in Landruk verbleven vandaag, maar toen we reeds om 11:45 in het ondergesneeuwde broertje van Ghandruk aankwamen, besloten wij gelijk dat we door zouden gaan. Dit betekende echter gelijk dat we waarschijnlijk nog een dag eerder in Pokhara zijn, omdat het morgen nauwelijks de moeite waard is om voor anderhalf uur lopen naar de "finish" in Dhampus te blijven. Raj werd hier niet al te vrolijk van, maar goed.


Hoogtepunten van vandaag (ik blijf niet in herhaling vallen over die verbluffende uitzichten, heowel ze er nog steeds adembenemend zijn): de langste hangbrug van de tocht tot nog toe en die was best wel eng. Het ding zwierde boven de kolkende smeltwaterivier echt alle kanten op. De wandeling door de rijstvelden aan het eind van de ochtend leverden de prachtigste plaatjes op. Ach, ach het leven in de bergen is zo slecht nog niet. One Nepali Tea for me please!
(Totale looptijd: 6 uur)


12/10/2007 - Pokhara

Na een laatste pittige klim naar Deurali (2.100 meter) door een bos vol met bloedzuigers als gevolg van de heftige regen, was het vandaag rennen naar beneden. We denderden over stenen trappen, door groene velden omheind met grote struiken rhododendrons (helaas pas in bloei in februari) en in Damphus met een prachtig uitzicht op de groene vallei voor Pokhara. Om 15:00 zetten we "voet aan de grond" in Phedi, stappen we in een taxi en barst de hemel open. Net op tijd beneden....Een half uur later staan we onder de douche in ons hotel en ik kan u verzekeren, hoewel het geen geweldige douche is, heeft die zelden zo lekker gevoeld.
(Totale looptijd: 7 uur)

Vanaf de 15e a.s. zijn we 2 dagen aan het raften op de Seti, daarna gaan we naar Royal Chitwan National Park voor de betere ritjes op derug van een olifant. Daarna is het tijd voor de heiligdommen in Kathmandu en omgeving. Maar nu eerst, een lekkere Everest Beer of iets dergelijks. Het is namelijk verdomde warm hier in Pokhara.

donderdag 11 oktober 2007

4/10/2007 - Tikhedungga

Het was weer een adembenemend uitzicht op de weg van Pokhara naar Naya Pul, het beginpunt van onze trek. Helaas niet alleen ons beginpunt, daar de wegen rond de Annapurna aardig zijn gevuld met toeristen van overal ter wereld.

Wat overigens weer niet wil zeggen dat de trekking "appeltje-eitje" is, zeker niet met een hoog aan de hemel staande zon, waarvan zelf onze gids/porter begon te klagen. Ook is de luxe ver te zoeken. Het bed in de Guesthouses bestaat uit een paar houten planken, met daarop iets van schuimrubber. De toilet is het befaamde gat in de grond en de douches leveren op papier altijd "hot water", maar in de praktijk zelden.

Japanners doen daar overigens niet zo moeilijk over, dat ontbreken van alle luxe, ze slepen gewoon alles van thuis mee. Dat wil zeggen, ze huren genoeg porters (dragers) in zodat hun digitale foto's aan het eind van de dag gelijk op hun HP Laptop kunnen worden ge-upload. De plaatselijke bevolking stond letterlijk met open mond te staren. Wij hadden alleen maar medelijden met de door de Japanners ingehuurde porters die met touwen en allerhande constructies de koffers op wieltjes de berg op moesten dragen. Wij gaan er overigens vanuit dat deze, overigens best aardige Japanners, na "tourist-trap" Poon Hill gewoon afvallen, terwijl wij dan nog heerlijk doorbikkelen.

Maar wat een dag. De bossen, de groene rijstveldenm, de kolkende rivier, de huisjes tegen de heuvel, de felblauwe lucht zorgen voor een plaatje dat elke reisfolder overtreft. Nu zitten we hier heerlijk met een heerlijke pot verse Ginger Tea en staren over de heuvels de verte in. De eerste dag hebben we overleefd. Dit gaat een bijzondere ervaring worden.

Van slapen kwam het deze eerste nacht overigens weinig. Het is een lang verhaal, maar de oorzaak lag hem voornamelijk in een spin bij de buren met een omvang van een goede pizza. Details op aanvraag….:-)

(p.s. bovenstaande tekst is integraal overgenomen uit mijn notitieboekje, morgen meer…..)

dinsdag 2 oktober 2007

Dak van de wereld

Wat een uitzicht. Zelden, zeg maar gerust nooit heb ik zo'n hemels uitzicht gezien vanuit het kleine raampje van een Boeing 737. We hadden het geluk een plaatsje aan de linkerzijde van het vliegtuig te kunnen bemachtigen, wat werd beloond met een vergezicht over de wolken, waar boven de machtige besneeuwde toppen van de Himalaya uitstaken. Een soort surrealistisch wereld, waarin de wereld was veranderd in een wit wolkendek met hier en daar een grijze rots met sneeuwsporen.


Nauwelijks bekomen van dit uitzicht werd het uitzicht zo mogelijk nog beter. Terwijl het vliegtuig daalde en we in de buurt van Kathamandu kwamen zagen we langzaam de ultiem groene vallei opdoemen. Heuvels, trapgewijze rijstvelden en hier en daar werkelij in prachtig stijl gebouwde huizen. Wat gelijk datgene is wat me gelijk opviel in vergelijk met India. De Nepalezen hebben een aanmerkelijk mooiere bouwstijl van de Indiers. Er staan hier paleisjes tussen, met prachtige, rijkelijk gevuld met bloemenpotten, dakterassen.


Wat zonder meer een overeenkomst is met Delhi is het sprookjesachtige. Zonder oneerbiedig te willen klinken had ik in Delhi af en toe het gevoel in Sprookjesland te zijn beland, nog iets "door westerse beschaving verpest" uitgedrukt: ik had af en toe het gevoel in een levend Fata Morgana van het beroemde park in Kaatsheuvel te zijn beland. Met als enige het wat voor Europeanen verstorende element het feit dat de "swastika" in India werkelijk overal wordt gebruikt.


Opmerkelijke anekdote, leuk voor later, toen ik tussen de mannen in witte gewaden (waarschijnlijk op weg naar oliestaatjes, een leek er verdomde veel op die man van t.v., met die baard, u weet wel) de Hindustan Times zat te lezen vroeg er een (oudere man, grijzend, een jaar of vijftig) toch vrij dringend om de sectie met "shownieuws". Hij was vervolgens een half uur geheel verdiept in de verhalen over Britney Spears en Jeniffer Aniston. Toen ik hem vriendelijk de overige krant aanbod sloeg hij dat met een handgebaar af. Blijkbaar is het overige wereldnieuws in Quatar (daar ging hij heen) niet zo belangrijk.


Inmiddels twee dagen in Nepal ("Aah, Holland: Roet von Nistelroei") en ik moet zeggen, die Nepalezen bevallen me wel. Kathamndu en dan met name de wijk Thamel is een grote "tourist trap", maar in positieve zin. De sfeer is leuk, ontspannen en het eten is fantastisch. Het religieuze leven is zonder meer indrukwekkend, interessant en fascinerend.


Morgen om 6:30 a.m. (bij jullie een uur of 1.00) vertrekken we naar Pokhara en vandaar gaan we het Annapurna gebied in voor 14 dagen. Waarschijnlijk zal het hier dan ook 14 dagen erg stil blijven, als wij allerlei ontberingen doorstaan, maar wel de mooiste uitzichten van de wereld zien. Als we een heel klein beetje dichter bij het dak van de wereld komen. Ik ben heel erg benieuwd, wat wij allemaal gaan zien. Maar dat het mooi, erg mooi gaat worden dat staat wel vast! Namaste!