dinsdag 27 november 2007

Gegokt...en verloren

Fantastisch geluid! Een lachende en goed gehumeurde Adams die zelfs nog een grapje maakt dat hij vanavond allesbehalve chagrijnig was; ongetwijfeld een knipoog naar het concert van vorig jaar in Paradiso.


Ik ben niet gegaan, ik heb gegokt dat een concert in de RAI niet zoveel zou zijn. Ik heb gegokt en ik heb verloren. Tenminste als ik de recencies op internet en in de Trouw mag geloven. Ryan was klaarblijkelijk weergaloos, het geluid was fantastisch, de band stond zo mogelijk nog beter te spelen en het repertoire was een samenspel van het meeste inspirerende werk wat de man ooit gemaakt heeft. Ryan Adams is John Lennon, Bob Dylan en Neil Young bij elkaar las ik zelfs ergens. Ik heb gegokt. In tegenstelling tot die 1.750 mensen die er wel bij waren. Want die kregen klaarblijkelijk een van de betere concerten van dit jaar voorgeschoteld.


Een schrale troost, de chagrijnige Adams van vorig jaar speelde gewoon 2 uur vol in de poptempel van Amsterdam. De vrolijke Adams van afgelopen maandag hield het na 1.40 uur voor gezien in de beurshal van de hoofdstad des vaderland. Tweede schrale troost. De net uitgebrachte EP (Everybody Knows) schijnt een juweeltje te zijn. Moeten we die maar snel gaan halen. Om een beetje bij uit te huilen.....
Wonderbaarlijk

Christopher is een wonderbaarlijke jongen. Legt de wereld uit in wiskundige verbanden. Wordt rustig door het getal 2 tot in het oneindige met elkaar te vermenigvuldigen. Gooit rode kleurstof, wat ik toevallig afgelopen zaterdag bij de Toko zag staan, door zijn eten omdat hij een hekel heeft aan de kleuren geel en bruin. Kwam nooit verder dan de hoek van de straat, maar ziet zich ineens genoodzaakt om van het saaie Swindon naar het bruisende London af te moeten reizen. Met zijn zakmes in zijn broekzak en zijn rat in de binnenzak van zijn jas. Het wonderbaarlijke voorval met de hond in de nacht houdt het tussen een kinderboek en een fantasierijke roman. Met een realisme geschreven waardoor je twijfelt of Christopher nu eigenlijk Mark Haddon is, of dat Mark Haddon Christopher is. Het boek is bekroont met allerhande prijzen, van de Guardian Children's Fiction Award tot de Whitbread Book of the Year Award. En eigenlijk is de recensie op de achterkant van het boek wel het meest treffende: "Hoe oud je ook bent als je dit boek leest, vergeten zul je het nooit". Of in ieder geval zul je Christopher nooit vergeten. Alsof je ineens een nieuwe buurjongen hebt. Een jongen met zijn onafscheidelijke rat die constant wiskundige problemen probeert op te lossen en je vooral maar niet aankijkt. Niemand. Want daar houdt Christopher niet van. Van mensen. Maar des te meer van getallen. Het is een vreemde snuiter, die Christopher, maar op de een of andere manier...ga je hem toch wel waarderen.

zaterdag 24 november 2007

Blokkerboeddha

"Mot ge kieken, hier hebben ze ook zo'n Boeddha." Drie vrouwen van middelbare leeftijd, gekleed in ruime spijkerbroeken en winterjassen die in de jaren '80 erg hip waren, staan stil voor een raam van een winkel met exotische artikelen. Het is zo'n winkel die tegenwoordig als paddestoelen uit de grond springen met allerhande hippe oosterse snuisterijen voor in de woonkamer. Producten die waarschijnlijk voor 100 roepies in India en omstreken worden gekocht en hier schaamteloos voor € 19,99 worden aangeboden. -"Jan wil zo'n beeldje voor Sinterkloas" gaat de vrouw verder. De andere twee trekken een vies gezicht terwijl ze door de winkelruit naar binnen gluren. -" Twintig euro's, man zo'n ding hedde bij Blokker voor een tientje, of nog minder. Dat modde ge hier nie kope." Ze schudt hard met haar hoofd om duidelijk te maken dat wat haar betreft de verkopers van de hippe exotische winkel de grootste malloten zijn die er rond lopen. -"Bij de Blokker? Maar zijn dat dan wel echte Boeddha's?" De andere vrouw die klaarblijkelijk aandelen in het Blokker-concern heeft, knikt nu driftig. -"Tuurlijk zijn da echte Boeddha's. Die dingen zien toch allemaal hetzelfde, komen zo uit de fabriek in China. Kosten daar nog geen euro. Je dacht toch niet dat deze Boeddha's heilig waren of zo. Da's allemaal een pot nat." De vrouwen lopen weer verder. -"Nu dan motten we maar naar de Blokker want ik heb anders geen idee wat ik voor Jan moet kopen." De derde, tot nu toe zwijgende vrouw, fronst haar voorhoofd. -"Waar gaat ge zo'n ding eigenlijk neerzetten. Want ech mooi is het niet, wel?" De Boeddha-zoekende vrouw grijnst. -"Achter op de vensterbank, ergens tussen die beeldjes van Oma Kuipers, die zijn ook zo afzichtelijk. Maar ja, het is van Jan's moeder he. Daar magde dan niks van zeggen." De vrouwen lopen hoofdschuddend verder. -"Het is wat met die wensen van die kerels" zegt de Blokker-vrouw. -"Die van mij krijgt gewoon een paar sokken hoor, zoals ieder jaar." Dan schatert ze het uit. -"Misschien hebt de Hema ook wel van die sokken met een Boeddha erop. Vindt Jan ook vast goed."
Rough State

We dronken koffie. Wat anders. In een Starbucks aan de Boardwalk. Was dit nou de stad waar iedereen het over had? Het Las Vegas van het oosten. De enige plek waar New Yorkers gezien wilde worden buiten de Big Apple. Ik kon het me niet voorstellen. We staarden naar de oceaan. In een staat waar inderdaad het enige echte leven plaatsvond op de tolweg richting Newark. Deze staat was lang niet datgene wat "it was cracked up to be". Verlaten parkeerplaatsen, lege casino's, saaie gebouwen en een draaimolen. Een "Diner" langs de snelweg, een Motel 6 in New Brunswick als uitvalbasis voor NYC. Shopping Malls, een K-mart en een GAP-outlet. Veel meer had New Jersey niet te bieden.

Het artikel in de Volkskrant van deze zaterdag beschrijft New Jersey zoals het is. Een lelijk stukje Amerika, maar tegelijkertijd een stukje Amerika waar het leven een soort rauwheid heeft wat het weer aantrekkelijk maakt. Staal, beton en industrie. Een "diner" waar de plaatselijke bevolking zwijgend in zijn of haar mok koffie staart. Pick-ups op grote parkeerplaatsen. Volgeladen stationwagens. Familie's met de tassen gevuld. Inkopen voor kerst. De sfeer was ver te zoeken. Geen prachtige victoriaanse huizen met grote veranda's zoals in Pennsylvania en New England, maar saaie bakstenen woonwijken, zonder opsmuk, zonder tierlatijnen. New Jersey is een beetje de arbeidersstaat van het oosten. Waar het geld wordt verdiend door hardwerkenede mensen in lang vergeten steden. Buiten Ashbury Park dan. Glorieus bezongen door Bruce Springsteen. Nee, New Jersey is niet het Amerika waar je geniet van de prachtige wijdse vergezichten, maar New Jersey is wel de staat waar Amerika nog een beetje echt lijkt. Rauw, ongepolijst en winderig.

vrijdag 23 november 2007

Politiek Broederschap

De vergelijking was natuurlijk snel gemaakt. Alleen is zij geen Lewinsky en is hij slechts wethouder van een provinciestad. Van de andere kant is hij politicus met nationale ambitie en zijn broer doet het al lang en breed in Den Haag. Dus die familiaire drang naar het pluche van de macht is er wel, net als bij dat stel aan de overkant van de oceaan. Al zijn dat natuurlijk weer geen bloedverwanten.

Depla besluit zijn mond te houden. Prima, moet hij weten. Alleen kost het hem dan waarschijnlijk uiteindelijk zijn kop. Geruchten zijn vaak hardnekkiger en gevaarlijker dan de waarheid. Als Clinton gelijk had gezegd: "ja, dat was een beetje dom en Hillary is tamelijk teleurgesteld in mij" dan was hem de impeachment-procedure wellicht bespaard gebleven. De "het was een beetje dom" redenering heeft immers al voor velen zijn vruchten afgeworpen, al lijkt het een extra dimensie te krijgen indien uitgesproken met Argetijns accent; maar wie weet welke onverbloemde accenten Depla uit zijn keel weet te toveren. Vooralsnog alleen een "Nimweegs" accent, maar wat niet is, kan nog komen.

Al met al blijft het natuurlijk een aanfluiting. Dat was de rel rond Clinton en zijn stagiaire en dat is dit weer net zo goed. Als er sprake is van handelen of nalaten dat directe politieke/beleidsmatige effecten heeft op besluitvorming en/of het dagelijks bestuur, dan mag u van mij boven in de pen klimmen (hoewel ook daar bij tijd en wijlen een zekere remming niet verkeerd is), maar een handelen of nalaten met slechts directe gevolgen voor de privesfeer? Kom op, pak je spullen, camera, notitieblokje en microfoon en reis af naar gebieden die je aandacht wel verdienen. Die plekken zijn er meer op deze wereld dan Depla en Van Veluw in een gemeenteraadsvergadering kunnen opnoemen. Maar goed, dat verkoopt dan weer een stuk minder lekker. En er moet toch brood op de plank. Tja...

maandag 12 november 2007

SSDD

Ik zou het zo vergeten. Dat komt voornamelijk omdat ik door de late vakantie en de terugkomst in een stormend, koud en nat land een beetje seizoensstoornissen heb. Een soort jet-lag maar dan met betrekking tot het jaargetijde. Intern heb ik het gevoel dat er nog een nazomer moet komen, extern blijken de bomen al kaal en vinden de weergoden het klaarblijkelijk fantastisch om windstoten ad. 110 km/h over het land te gooien, alsmede al het water dat ze net uit de Noordzee hebben opgezogen boven mijn hoofd weer te laten vallen. Als extra verstorende factor in mijn SSDD (serious season disorder deficit) komt binnenkort in de nazomer ook nog een keer die man uit Spanje om de hoek kijken. Tel daar de kerstkrans die sinds vorige week al op het Centraal Station van Nijmegen hangt bij op en u kunt zich voorstellen. We hebben hard medicijnen nodig om deze shock te kunnen opvangen.


Anyway, om een lang verhaal nog wat langer te maken. Als gevolg van mijn SSDD was ik helemaal vergeten mijn herstplaatje voor dit jaar vast te stellen. Nu heb ik er ook geen, dus misschien dat ook een reden is voor het gebrek daaraan, maar dat wil niet zeggen dat deze herfst geen mooie nieuwe klanken in de plaatselijke huiskamer kent, waarbij het knapperend haardvuur dan wel fysiek afwezig is, maar in gedachten....laat ik hier maar stoppen. Wat ik alleen maar wilde zeggen. Die Kings of Convenience. Dat kende ik nog niet. En dat was best een gemis. Maar nu wel. En de beide albums zijn spontaan mijn herfstplaatjes van 2007. Het is maar dat u het weet....

vrijdag 9 november 2007

How To Talk To A Widower

"It's a girl," Claire says, looking up at me, smiling through her tears. -"How do you know?" -"Because I'm naming her Hailey, so if it's a boy, he'd better learn how to fight."


Ik voelde me even vol schieten. Staarde door het raam van de trein naar buiten, waar de zwartgrijze regenwolken net hadden plaats gemaakt voor een voorzichtige zonnetje. De hemel was een explosie van kleuren door de ochtendzon die probeerde door te dringen en de lucht blauw, geel en rood licht liet uitstralen, terwijl aan de andere kant de regenwolken als een front samenpakten. Waarom om het me zo raakte kon ik niet zo goed begrijpen. Hoewel het boek zeker wat doet. Het heeft me al vele malen zacht laten grinniken en nu kon het me zelfs even laten slikken. Even doen vol schieten. Zachte vochtige ogen op een vroege morgen in de trein. En in de trein wil je dat soort momenten eigenlijk niet. Maar het gevaar loert natuurlijk altijd op de hoek als je wegduikt in fictie tussen allerlei vreemdelingen.

Toevallig zag ik afgelopen week de Nederlandse versie van het boek in de boekwinkel. Het werd op de backcover vergeleken met Kluun en Nick Hornby. Goed, de vrouw van Doug is ook overleden, Doug is ook de weg kwijt en het boek is ook in licht cynische stijl gescheven. Maar Doug is geen hufter. Niet iemand waar je een hekel aan krijgt. Maar veel meer iemand waar je sympathie voor voelt en goed, ook wel een gezonde portie medelijden. Doug is namelijk zijn vrouw verloren en sindsdien loopt de 29-jarige weduwnaar met zijn ziel onder zijn arm in een godvergeten dorpje ergens in The State of New York zijn dagen te slijten.

Leven na Hailey heet het boek in het Nederlands. How To Talk To A Widower klinkt echter veel beter en het is ook zeker een boek dat volgens mij moeilijk met al zijn facetten kan worden vertaald. Maar goed, het is ook in het Nederlands te verkrijgen. Geen hoogstaande literatuur, maar het heeft mij al vaker doen grinniken en sinds vandaag dus ook officieel ontroerd dan menig Nick Hornby boek. So for that matter. But then again, ik word ook wat ouder. En zo mogelijk ook nog wat sentimenteler. En bovenal kan ik altijd de schuld aan de muziek op mijn koptelefoon geven in combinatie met sentimenteel geneuzel. Jonathan Tropper heet de auteur. How To Talk To A Widower, of Leven na Hailey in het Nederlands, het boek. En het is zonder meer de moeite waard voor het genre....U kunt natuurlijk ook altijd wachten op de film met Hugh Grant, want het script is al verkocht....

And I'm fractured, from a fall, and I wanna go home, Now it takes two, and it used to take one.....
Blackwater

Op de een of andere manier verbaast het me nog steeds als ik politiek gevoelige onderwerpen aantref in de Amerikaanse pers. Het artikel America's Other Army in Time van 29 oktober jl. is echter een schokkend relaas van de praktijken van Blackwater in Irak en laat weinig heel van de verantwoordelijkheid van de Amerikaanse regering in dezen.


Blackwater is een van de 'private contracters' die worden ingehuurd door de Amerikaanse overheid om allerhande "beveiligingswerkzaamheden" te verrichten in Irak. Een soort Securicor maar dan met militaristische inslag. De bedrijven worden voornamelijk ingehuurd voor het "beschermen" van ambassadeurs, diplomaten en ander ambtelijk personeel. In de theorie is het passieve baan, dat wil zeggen dat ze niet actief gebruiken van geweld maken, maar alleen als het noodzakelijk is voor hun beschermingstaak. In de praktijk gedragen 'contracters' zich voornamelijk als cowboys in het Wilde Westen, waarbij behoorlijk veel 'casualties' vallen onder de Iraakse bevolking. Wie daarvoor verantwoordelijk is? Of wie de 'contracters' controleert? Dat is een beetje het probleem. De 'contracters' (ongeveer 25.000 man in Irak) opereren in een 'legal blackhole'. De Amerikaans regering is niet verantwoordelijk want ze vallen immers niet onder het Department of Defence. Theoretisch zouden de werkgevers (Blackwater Ltd.) natuurlijk vervolgd kunnen worden voor eventuele strafbare feiten, maar ook dat zal in de praktijk niet zo snel gebeuren.


Hoe dan ook, langzamerhand begint duidelijk te worden dat de manier van opereren van deze 'contractors' bijzonder veel slachtoffers maken, waarbij de vraag is of dit op enige manier valt te legitimeren. Vaak lijkt het vooral een gevolg van dermate autoritair opereren dat slachtoffers slechts worden gezien als een vervelende bijwerking van de taak. Blackwater verdedigt zichzelf in het artikel bijvoorbeeld voornamelijk met het feit dat nog niemand onder haar bescherming is komen te overlijden of gewond is geraakt. Dat kan dan waar zijn, Blackwater vergeet er bij te vermelden dat die constatering alleen geldt voor de opdrachtgever. Onder de Irakezen en tevens onder het eigen personeel zijn al bijzonder veel slachtoffers gevallen bij de uitvoering van de beschermingstaken.


Op zich zegt het ook al genoeg dat het personeel van de 'contractors' voornamelijk bestaat uit voormalig US-Army personeel die na hun taak in het veld werden geplaatst op kantoorbanen. Dit beviel ze niet, waarna ze voor een slordige 15.000 US dollars per maand (ingehuurd door de overheid, dus u weet wel wie dat betaalt) bij een contractor in dienst gingen om het betere cowboy-werk te doen. Ondertussen begint de US Army zelf te morren daar de 'contracters' niet echt positief bijdragen het imago van Amerika in Irak, waar sowieso al geen enkele militair over naar Pennsylvania Avenue zal schrijven. Waar de US Army aan een kant van de stad "opbouwwerkzaamheden" verricht, rijdt aan de andere kant van de stad een Hummer van Blackwater alles overhoop wat op haar weg komt teneinde de"veiligheid" van een of andere diplomaat te beschermen.


Er lijkt eindelijk een beetje licht te komen in de 'legal blackhole' nu de Iraakse regering heeft ingegrepen na een incident van september jl. waarbij 17 Irakezen om onduidelijke redenen door personeel van Blackwater werden doodgeschoten. De wapenvergunning van Blackwater is aan banden gelegd en voortaan moet ieder konvooi van Blackwater worden begeleid door een "ambtenaar". En daarmee lijkt in ieder geval het begin van het einde van de "nieuwe cowboy" ingeleid. Maar het is natuurlijk, zoals alles in de Irak-kwestie, weer veel te laat....

maandag 5 november 2007

Thuis

God, het was een prachtig uitzicht. Het panorama van de Himalaya wat wij kregen voorgeschoteld vanuit het vliegtuig op onze weg van Kathmandu naar Delhi. Alsof het hele massief zich aan onze voeten had geworpen. Met een zonsondergang die de witte toppen van wereld's hoogste bergen in vuur en vlam zette. Het was het afscheid van het land waar dat massief altijd op de achtergrond aanwezig was. Het was een afscheid wat het land zijn naam eer aan deed. Want Nepal is bovenal een prachtig stukje aarde.


De transit op Delhi was aanzienlijk minder adembenemend. Hoewel, wellicht was de overstap wel adembenemend maar om hele andere redenen. We hadden nagenoeg 8 uur (!) overstaptijd. We hebben alle 8 uur bijna moeten gebruiken om te verzekeren dat we richting Helsinki konden. Maar wij gingen. Er zaten Nederlanders al 48 uur vast in de meest miserabele transit-hal die ik ooit van mijn leven heb gezien. Er waren Amerikanen die het plaatselijke grondpersoneel van American Airlines smeekten of ze dan tenminste een vlucht naar Europa konden krijgen. Want vanuit Europa kwamen ze wel weer thuis. Nee, de Transit Area van Delhi zorgt voor heel veel stress, heel veel vertraging, heel veel drama en heel veel onzekerheid. Maar zoals een plaatselijke beamte tegen ons zei: "This is India. You have no idea how we do things around here." Daar had hij helemaal gelijk in. En dat wil ik ook niet weten ook....


Twee foute Bollywoodfilms later landden we op wat onlangs tot het mooiste vliegveld van Europa is verkozen. En ik kan u verzekeren de cultuurshock die wij kregen toen we in Delhi aankwamen, was weer even groot toen we terugkwamen. Opschuivende glazen wanden, enorme ramen, blinkende openbare toiletten, zo mogelijk schoner dan thuis. We waren weer terug. Het was even wennen. Gelukkig liepen er nog wat Indiers achter ons. Dat zagen we niet, dat hoorden we. De geruststellende keelrochel gevolgd door het slijmerige spuuggeluid . We waren toch nog een beetje in India. Anders was de shock wel heel groot geweest....


Thuis aangekomen kan ik eindelijk dat nummer eens hard aanzetten. Dat nummer dat al de hele vakantie door mijn hoofd zweeft. Vraag me niet waarom. "This is India. You have no idea...."


I'm going back to 505, If its a 7 hour flight or a 45 minute drive, In my imagination you're waiting lying on your side, With your hands between your thighs....