vrijdag 30 maart 2007

El Pino

Excelsior staat al jaren bekend als dat leuke platenlabel. Dat label waar Nederlandse pareltjes zitten verborgen. Waar bandjes exploiteren die het reguliere Nederlandse muzieklandschap ver overstijgen. Niks is minder waar voor het in 2006 verschenen Molten City van El Pino and the Volunteers. Warme songs, met americana invloeden en van een kwaliteit die je, hoe bevooroordeeld, niet verwacht van een bandje uit de Nederlandse klei.
Voor 8,99 bij Plato krijg je verdomd veel moois. Americana zonder de lijzige zang. Americana zonder dat horde paarden voorbij komen. Americana met een prachtige warme stem. Molten City mag zo bovenaan in mijn lijstje van beste albums van Nederlandse makelij uit 2006. Briljant. En wat mij betreft, wat ik kende ze nog niet, hoe onbemind. Veel te onbemind. Voor mij mag de grote doorbraak komen en als die al is geweest. Count me in on the bandwagon...
This town never let me down. Looking so bright. Yet it’s feeling so wrong. I save myself. ‘Cause I pace myself. Never drink more. Never drink less. Love is swell. Love is Hell

zaterdag 24 maart 2007

Brett
Spannend. Toch altijd weer. Een album van jeugdheld Brett. Dit keer zonder Butler, zonder Oakes, zonder wie dan ook. Gewoon solo. De angst die dan gelijk optreedt is of ook hij daarmee vervalt in een te melodramatisch geluid, iets waar Butler op zijn solo-pad zeker last van had. Zou er nog plaats zijn voor een snerpende gitaar of een briljante loopje zoals in Beautiful Ones?
Een eerste luisterbeurt lijkt de angst toch iets te bevestigen. Zonder gitarist als co-writer vervalt Brett in veel rustig, slepend werk met een prominente plaats voor strijkers en piano. Is daarmee het titelloze solo-debuut een melo-dramatisch gedrocht waar het tandglazuur van springt? Dat natuurlijk nooit. Als je ooit een zwak hebt gehad voor het stemgeluid van Anderson, dan is enige gevoeligheid voor de schoonheid van de nummers gegeven, althans inherent aan het feit dat het door Anderson wordt gezongen. Dat neemt niet weg dat ik nog even twijfel of ik Anderson solo nu wel een waardige opvolger vind van The Tears, laat staan van Suede. Maar goed de tijd zal het leren. Eerst maar even grijs draaien, voordat we ons definitief oordeel vormen.

vrijdag 23 maart 2007

Malin

Het moet gezegd worden. De oudgedienden brengen kwaliteit uit dit jaar. Van de andere kant of je bij Jesse Malin van een oudgediende kunt spreken. Toch is het huidige Glitter in the Gutter al het derde album van de stem van het alternatieve New York City.

Ook ik heb hem gewoon via die ander ontdekt. Via drinkmaatje en producer van de eerste plaat mr. David Ryan Adams. Toen ook nog bleek dat de jongen met dat mooie nummer over Brooklyn in het voorprogramma zou staan van zijn boezemvriend (december 2002) was de keuze snel gemaakt en rende ik naar de winkel om het fijne album met de formidabele titel "The Fine Art of Self Destruction" in huis te halen. Ik heb er nooit spijt van gekregen.

De huidige beweringen van toonaangevende muziekcritici dat Malin zijn grote broer Adams voorbij is gestreeft zul je mij niet zo snel horen zeggen, feit is wel dat Malin patent heeft op het in kaart brengen, muziek-technisch dan, van het ruige en rauwe van New York City. Bij Malin ruik je de Subway, voel je de drukte, zie je de lichten van de stad en tegelijkertijd hou je oog voor de ultieme charme van de metropool. Waar Adams langzaam afzakt naar de suburbs en de countryside lijkt Malin na het eerste album en opvolger The Heat nog steeds te vertoeven in hotelkamers , bars en de verlaten straten van New York City bij nacht. En dat brengt een niet te versmaden geluid voort.

Mocht u binnenkort naar NYC afreizen: vergeet de Lonely Planet, zet Malin op je koptelefoon en je hebt geen reisgids meer nodig.

The Harlem mammas they are laughing. They call me punk rock think they're cute....Underneath the El. I still hope someday we might meet. Riding on the subway

Rainy Day

Ik stond voor het raam. Ach, ik sta altijd voor het raam als er zoiets gebeurd. Of het een causaal verband is weet ik niet, maar om het weg te schrijven als puur toeval lijkt me ook weer wat te ver gezocht.

Ik keek uit over de kade. Of eigenlijk over datgene wat ooit kade moet worden. Met bankjes, grote bomen, kabbelend water. Leuk voor in de zomer, maar met het weer van die dag een utopia dat verder weg leek dan ook. De regen kletterde tegen het raam, op de straat, op de pas gelegde klinkers en op de bodem van wat ooit een gracht moet worden. In de gang zwelde een nummer aan. Ik staarde naar de jongen op straat. Vechtend tegen het weer. Kraag hoog opgestoken, hoofd naar beneden gebogen. Zwoegend. Peter Gabriel kroop vanuit de gang mijn kamer binnen: lets take the boat out, wait until darkness, let's take the boat out, wait until darkness comes, nowhere in the corridors of pale green and grey, nowhere in the suburbs, in the cold light of day

Hij zag mij staan en keek omhoog. Ik knikte. Hij kneep zijn ogen samen, schudde mismoedig zijn hoofd en bleef even staan. Hij richtte zich een beetje verder op en staarde over de kade. Nogmaals die lichte hoofdbeweging. Hij pijnigde zichzelf ergens mee, maar geen levende ziel op straat die hem erbij kon helpen. Niet vandaag. Niet met dit weer. Hij keek weer even omhoog en ontmoette weer mijn ogen. Ik probeerde een glimlach tevoorschijn te toveren, maar zelfs ik was wat aangeslagen door het weer, door het uitzicht, door de klanken vanuit de gang.

De jongen schopte tegen een denkbeeldige kiezel en schuifelde langzaam verder. Ik voelde een rilling over mijn ruggegraat. Dit had ik lang niet meer gehoord. Ik trok mijn schouders recht, slikte even en zette me weer aan mijn werk. Prachtalbum, maar zo loodzwaar. Zo loodzwaar onder grijze luchten, lege kades, ineengekrompen mensen....

rest your head, you worry too much, it's going to be alright, when times get rough, you can fall back on us, don't give up

maandag 19 maart 2007

Lijstjes

Na het opwekkende nieuws dat begin deze zomer een nieuwe Ryan Adams het licht ziet, is er natuurlijk nog meer platennieuws onder de zon. Teneinde de lijstjes een beetje bij te kunnen houden is dan ook weer tijd voor een kleine aanpassing in de agendering. 14 mei 2007 ziet Sky Blue Sky van Wilco het levenslicht. 30 april 2007 probeert "was ooit hype" band de Black Rebel Motorcycle Club het nog een keer met Baby 81. Het Send Away The Tigers van de Manic Street Preachers had ik hier geloof ik al genoemd, maar ter volledigheid: deze kunt u vinden bij Plato en Co vanaf 28 mei 2007. Het lieflijke Bright Eyes laat op 9 april 2007 al van zich horen, middels de onbegrijpelijke titel Cassadaga. Er is in ieder geval genoeg aanbod de komende maanden. Daar hoeft het niet aan te liggen....en dan vergeet ik natuurlijk weer al die leuke nieuwe bandjes, die ik pas in 2009 ontdek. Kun je nagaan...

zaterdag 17 maart 2007

Breaking News

Agenda's trekken, pennen in de aanslag, ruimte op je I-Pod vrijmaken. Het luistert klaarblijkelijk naar de naam Easy Tiger. Omstreeks 3 juni 2007 in de winkel en de klaarblijkelijke "insiders" melden als volgt over het album:

Resisting his recent habit of dividing different sounds amongst different albums, Adams runs the gamut on Easy Tiger, giving his Grateful Dead fascination just as much room to breathe as his pop skills and country roots (although this LP leans toward the latter just a little)..... The production isn't flashy at all. The vocals are way up in the front of the mix and they sound crystal clear....The studio versions of the songs are reasonably faithful to the live versions he's been playing on tour, but with less wanky guitar parts and more thoughtful lyrics. ......Songwriting is the name of the game, and it takes center stage here. No failed flamenco experiments abound, and Adams comes off as focused and feisty.... Sounds a bit like what Cold Roses would be like if he wrote it at the age of 40 instead of 30.......He's tapped into his gigantic vault of unreleased material and resurrected a whole song as well as a bridge from one of Suicide Handbook's better ballads......His hip-hop alter ego DJ Reggie (who's posted several albums on ryan-adams.com) exercises little to no influence.....

Het is maar dat je het weet... de tracklisting (in no particular order) is als volgt:

Goodnight Rose
Everybody Knows
The Sun Also Sets
Halloween Head
Off Broadway [key track]
Two Hearts [key track]
Tears of Gold
These Girls
Two
I Taught Myself How to Grow Old
Oh My God, Whatever, Etc.
Rip Off
Pearls on a String
Faithless Street

Het ziet eruit als een in eigen beheer uitgegeven album. Mijn hart sloeg er spontaan even van over. Volgens mij is dit gewoon niet meer te verkrijgen. Ik voelde me even weer zo'n jongen van 15 die door de bootleg-bak graait bij een achteraf gelegen platenboertje.


Ik kreeg gisteren een verdomd leuk stapeltje cd's in mijn hand gedrukt. Het meeste al bekend, maar waar ik om uiteenlopende redenen, de officiele versies nog niet van had. Zo zat daar eindelijk het meesterwerk en misschien wel een van de beste albums uit mijn collectie bij: Pneumonia van Whiskeytown. Ik had tot op heden slechts een, je weet wel, zo'n niet officiele uitgave. Daarnaast zo'n geinig Lost Highway verzamelalbum, met het mij onbekende "Choked Up" van Whiskeytown. Back To Me van Kathleen Edwards, The Heat van Jesse Malin.


Maar de reden voor de kleine sprong van mijn hartslag was die allereerste druk van Faithless Street. Uitgegeven op Mood Food, Cary, North Carolina. Goud gekleurd boekje, gedrukt op goedkoop papier. Volgens mij een collector's item, maar misschien is het in de VS nog wel gewoon te krijgen. Dit zijn toch de leukere stapeltjes. En ach, dat Pneumonia. Soms zou ik willen dat Adams, Cary & Daly gewoon weer de studio binnen strompelen voor een waardig vervolg. Want het is toch wel de klassieker onder de Americana. Mmmm...


Write your name down on a matchbook sleeve
Call me up on Sunday for a drink
Call me up on Sunday tell me anythin'

zaterdag 10 maart 2007

Hedge Funds

Piraterij is van alle tijden. Het plunderen voor geldelijk gewin is iets wat ingebakken zit in de maatschappij. Nu wordt piraterij wellicht vooral geassocieerd met ongeschoren en getatoeƫerde stoere mannen, maar de vraag is of de hedendaagse hedgefondsen niet gewoon precies hetzelfde doen. Centaurus en Paulson zijn zogenaamde hedgde funds. Vage rechtspersonen die in beginsel niets van doen hebben met ongeschoren stoere manfiguren.

Hegde funds zijn beleggingsfondsen met als doel zich in te dekken (“to hedge”) tegen algemene koersbewegingen in de markt en proberen winst te halen door agressieve speculatie in aandelen. Een specifiek kenmerk van hedge funds als Centaurus en Paulson is dat zij proberen, middels hun aandelenkapitaal, om direct invloed uit te oefenen op het beleid van een bepaalde onderneming. De belangen van de onderneming en de belangen van de werknemers in het bijzonder zijn daarbij totaal ondergeschikt aan het belang van het fonds om zo snel mogelijk een zo groot mogelijke winst te boeken.

Centaurus en Paulson bezaten medio 2006 zo’n 30% van alle aandelen van Stork NV. Een groot genoeg aandeel om middels samenwerking een flinke invloed te kunnen uitoefenen op het beleid van Stork NV. Beide hedge funds hadden besloten dat splitsing van Stork, althans een sterke concentratie van het bedrijf op de ruimtevaarttechnologie (divisie Aerospace) het middel was om snelle en zekere winsten te behalen. Het bestuur van Stork wilde hier niets van weten. Centaurus en Paulson vergrootte de druk, onder andere door te dreigen met het ontslag van de Raad van Commissarissen, waarna Stork besloot de slapende Stichting Stork wakker te schudden die een groot aantal opties op preferente aandelen in haar bezit had. De opties werden verzilverd en het aandelenbelang van Centaurus en Paulson verdampte tot zo’n 15%.
Een geniepige zet van het bestuur van Stork, waar de Ondernemingskamer niet van gecharmeerd was en derhalve een enquete gelastte naar de het beleid van Stork NV. Zonder de juistheid van dit oordeel in twijfel te willen trekken is het wel een schrijnend voorbeeld van de gang van zaken in huidige ondernemingen. In de strijd om de macht tussen bestuur en aandeelhouders krijgen piraten als Centaurus en Paulson steeds meer voet aan de grond. Nu is er niks mis mee met de macht van aandeelhouders, die komt hun als geldschieters ook zonder meer toe, maar wel met aandeelhouders die er een geheel eigen agenda op nahouden. Een agenda die weinig van doen heeft met het belang van de onderneming en het belang van de werknemers. Hoewel Centaurus en Paulson bij hoog en laag volhouden dat hun doel slechts is een gezonde en krachtige onderneming van Stork te maken, maakt het feit dat zij eigenlijk als enige het grote goud tegemoet kunnen zien bij opsplitsing van Stork NV, deze belofte bijzonder ongeloofwaardig. De vraag is of het ondertussen niet tijd wordt voor overheidsingrijpen in deze uitwassen van de vrije markt. Wie het weet mag het zeggen.

dinsdag 6 maart 2007

One Mississippi



De wereld oogt wat melancholiek vanochtend. Wat slaperig. Alsof ze niet wakker wil worden. Alsof de grijze wolken die boven haar gelaat drijven, als een soort deken is die van geen wijken wilt. Het water stroomt langs de ramen naar beneden. Zonder enig oponthoud. Hoewel het daglicht haar weg probeert te banen, wil de ochtend maar niet ontwaken. De violen zwellen aan. Het geeft dit vroege uur iets onheilspellends. Mensen mompelen wat over het weekend. Een enkel woord over de maansverduistering. Een ander woord over het weer. Fietsers zwoegen over het vlakke land. Een constant striemende regen is hun deel. Lelijke ochtend. Of dat is het eigenlijk niet. Een dreigende ochtend. Donker en duister. Een ochtend die dit album kleurt. Bij een magistrale zonsopgang had alles weer heel anders geklonken. Muziek en weer vullen elkaar wat dat betreft onophoudelijk aan. Ach, even spot ik een tikje blauw door het grijze wolkendek. En over het weiland even verderop lijkt zelfs een zonnestraal te vallen. De muziek door mijn koptelefoon klinkt gelijk wat lichter. One Mississippi zingt Tom McRae. Ik voel me langzaam wakker worden op de klanken van de eerste potentiƫle jaarlijstplaat van 2007. Of heb ik dat dit jaar al een keer gezegd?