dinsdag 31 juli 2007

Nachtschade

Slaughter is nogal populair geloof ik. Het hele fenomeen literaire thriller is voornamelijk nogal een hype geworden. Al is die term vooral een marketingtruc om al die lezers en nog veel meer lezeressen die ooit zijn gevallen voor Nicci French over de streep te trekken. 'Koop dit boek, het is een literaire thriller' oftewel 'koop dit boek, het is net zoiets als Nicci French'. Om op elk boek nu een verwijzing naar Nicci French te zetten werd uitgevers ook iets te gortig klaarblijkelijk, daarom verzonnen ze een synoniem: "literaire thriller".


Anyway, doet er ook niet toe. Ik lees op zijn tijd ook graag een Nicci French. Solo-uitspattingen van het duo heb ik nooit gelezen, maar samen doen ze het zeker niet onverdienstelijk. Met een Nicci French is het goed afsluiten van de wereld om je heen zeg ik altijd maar.


Nu was dus de vraag of Slaughter dat ook kon. Ik zoefde immers elke dag langs de grote vooraankondigen op het Centraal Station van Onaantastbaar. Slaughter was hip, iedereen las het en het was minstens zo goed als Nicci & French (klinkt veel beter, is het niet). Zo gezegd en zo gedaan want Nachtschade lag voor een zeer schappelijke prijs bij de voormalige werkgever.


Pas na de aanschaf (ik lees nooit de achterkant van een boek, maar altijd de eerste bladzijde...) kwam ik erachter dat ik een ware trilogie had te pakken met de inmiddels beroemde kinderarts Sara Linton in de hoofdrol. Dat was gelijk een beetje een spelbreker want ik heb het nooit zo op die typetjes. Dan ga ik gelijk aan Baantjer denken en ik heb het niet zo op Baantjer. Dat is niets persoonlijks tegen Baantjer, maar meer iets persoonlijks van mij. Hoe dan ook, ik heb me even over de drempel heengezet om aan een boek uit de "beroemde Linton-serie" te beginnen en sloeg de eerste bladzijde om.


Eerlijk is eerlijk. Ik bleef lezen, dat is het gevaar met dit soort "whodunnit" verhalen, je wilt het uitendelijk toch weten, hoe slecht het ook geschreven is. Nu schrijft Slaughter allesbehalve slecht, maar dit debuut haalt het toch bij lange na niet bij een goede Nicci French. De dialogen zijn soms wat klungelig, de wendingen niet altijd even handig en vaak is de diepgang wat ver te zoeken. De gespannen verhouding tussen Jeffrey ("chef") en Sara is natuurlijk een gouden regel uit het "hoe-schrijf-ik-een-literaire-thriller"boekje, maar had in dit geval toch wel wat beter uitgewerkt mogen worden.


Nee, Slaughter schrijft niet slecht, maar eigenlijk kon het me pas echt bekoren toen we pagina 300 al voorbij waren. De rest van het boek mist een beetje de snelheid, spanning en complexe complotten. Het is vooral heel veel fysiologie (misschien interessant voor een forensisch patholoog, maar ik hoef het niet te weten) en wat te weinig criminologie of psychologie.


Maar goed, ik heb vernomen dat de Linton reeks beter wordt, naarmate Slaughter vordert in de reeks. Misschien proberen we nog eens wat. Maar tot die tijd geef ik misschien eens wat Nederlands talent een kans, een Saskia Noort en Simone van der Vlugt. Of iets anders waar literaire thriller op staat en de Seattle Times (de wat...) van brullen dat het ""the best thriller of the year"is....
Duizend Schitterende Zonnen

Natuurlijk. Je vergelijkt altijd. Zeker als het vorige insloeg als een bom. Of misschien is dat een wat boute uitdrukking in dit verband. Zeker als het vorige van zulke zeldzame kwaliteit was. Een boek waar je van kon lachen, huilen, kwaad worden en omgekeerd. Duizend Schitterende Zonnen kan dat ook allemaal. En bij vlagen met dezelfde fenomenaliteit. Hosseini is nu eenmaal een begaafd verteller, met oog voor detail en sfeerschetsen. Je ruikt, voelt en proeft het stof van Kabul. Je ruikt, voelt en proeft de drukkende, zware lucht in de kolba van Mariam en Nana. Je geduld wordt tot het uiterste op de proef gesteld. Ik had hem al vermoord op pagina 100 bij wijze van spreken.


Het is die subtiele mengeling van liefde vermengd met haat en geluk met bittere ellende die Hosseini ook weer in dit boek geraffineerd toepast. De juichende recencies ijn dan ook zonder meer terecht. Maar toch, volgens mij vond ik De Vliegeraar beter. Maar goed, in schalen van 1 op 10 had De Vliegeraar een 9 en Duizend Schitterende Zonnen een 8,3. Dat doen toch weinige hem na. En dan dat gemekker in de NRC Next dat het boek geen realistisch beeld gaf van Afghanistan vandaag de dag? Ach, het fonds waar De Bezige Bij dit boek in heeft opgenomen heeft fictie. Dat is niet voor niks. Had de NRC Next ook in één stukje van twintig woorden kunnen constateren.

vrijdag 13 juli 2007

Péage
Met een stokbroodje brie in mijn hand staarde ik een beetje verdwaasd naar de langstrekkende taferelen. Vader stapte stoer met zijn zoon op de picknicktafel af. De picknicktafel zat onder de graffiti, kerven en woorden die vader in ieder geval nooit zei; maar dat mocht de pret niet drukken. Vader met de thermoskan. Zoon met het pakje Taksi. Of iets soortgelijks. Moeder rende met dochter aan de hand naar de winkel van het benzinestation. Of gezien hun tempo, de wc in diezelfde winkel. Vader schonk zichzelf een kop dampende koffie in en keek tevreden naar zijn stationcar van dat bekende merk. U weet wel die u ook heeft, of ander suw buurman. De auto zakte iets door zijn achteras, maar ze gingen het wel redden. Het lachende gezicht van "Patrick" (u kent hem wel, de zeester) keek hem vrolijk aan door de achterruit van de auto. Hij knikte even. Ze waren op weg. De wereld lag voor hem open. De Péage was nog maar 200 km verwijderd.

Ik stond op Galgeveld. Mijn favoriete tankstation annex rustplaats aan de A27, net voor de afslag Breda-Noord. Een parkeerplaats met een vakantiegevoel. ongeacht de taferelen. Maar de taferelen van afgelopen dinsdag maakten de parkeerplaats compleet. Niet één vader met één zoon aan de picknicktafel, maar wel tien. Niet één volgeladen stationcar, maar wel tien. Of busjes, Espace-klonen en andere te grote gezinsblikken. Met of zonder sleurhut. Met of zonder vouwwagen. Vaders aan de koffie. Moeders rennend naar de w.c. met zoon- of dochterlief aan de hand. Ze gingen op weg. Doken binnen afzienbare tijd België in. Richting Antwerpen en daarna scheidde alleen de Péage hun nog van het verre achterland van Frankrijk. Ze namen nog een laatste kop koffie in dat heerlijke Nederland, dat ze vanaf nu 2 of 3 weken hartstochtelijk zouden missen.

Ik was een beetje jaloers. Op de auto's volgeladen. Op de lachende Patrick op een strandbal achter in de auto. Op de kinderen met het Groot Zomerboek van Donald Duck (al uit voor je de Belgische grens had bereikt). Op de vaders met thermoskannen, de moeders met koelboxen. Het dubbeldik zomernummer van HP de Tijd lag op het dashboard naast de Michelin kaart van Frankijk. De Fruit-Tella wikkeltjes vielen massaal uit de auto als de deur opengaat. En wacht, zag ik daar een potje pindakaas en pak hagelslag uit die super stevige boodschappentas van land's grootste kruidenier boven de slaapzakken uitsteken? Er gaan jaren voorbij. De hele wereld verandert. Ik verander. Maar sommige dingen. Lijken nog precies hetzelfde.

Ik stap weer in mijn auto. Voor de laatste 15 minuten naar mijn werk. De radio zingt. Ik ben een beetje jaloers, maar op een lekkere manier. This crime is eternity. When time lost its certainty. The Indian Summer...

donderdag 5 juli 2007

God's Gym

Naar ik verwacht leest iedereen een boek op zijn of haar manier. Leest iedereen dat wat hij of zij wilt lezen. Een beetje zoals je vaak hoort, wat je wilt horen. De eeuwige subjectiviteit van de menselijke geest. Je zit nu eenmaal met je eigen ervaringen, herinneringen, wijsheid en genetica opgescheept. Al datgene om je heen interpreteer je heel anders dan die man/vrouw naast je in de trein, die weer geheel vanuit zijn/haar eigen perspectief door het raam staart. Misschien dat daarom ook wel zo'n waarde wordt gehecht aan collectieve gebeurtenissen. De helende werking van volksvermaak waarin iedereen voor een moment vanuit hetzelfde perspectief naar de wereld lijkt te kijken. Klaarblijkelijk heeft een mens toch af en toe de behoefte aan lotsverbondendheid met zijn soortgenoot.

Hoe dan ook, vanochtend sloeg ik de laatste bladzijde om van God's Gym. Leon de Winter zijn politieke uitlatingen doen mij soms gruwelen, maar schrijven kan de man behoorlijk. In God's Gym zitten meer aspecten dan ik perspectieven ken. Fenomenaal vond ik, als jurist, de "causaal verband" proloog op de kern van het verhaal. Het langzaam ontrafelen van de lange keten naar de dagelijkse rompslomp. Door sommigen tot in de extremiteit doorgevoerd. Als Adam een Eva geen kinderen hadden gekregen (twee zonen, maar dat terzijde), was dit alles vandaag niet gebeurd. Maar Leon de Winter fietst even makkelijk door andere perspectieven. Religie, ethiek pscyhologie, "harde wetenschap", en politiek komen voorbij. Niet diepgravend, maar net genoeg om de hersens even extra te laten werken. En goed, de ultieme test doorstaat het boek ook zonder meer. Ik mis ze al een beetje; Joop, Mirjam en God. Hoewel Mirjam ondertussen al weer een beetje is vervangen door Mariam. Maar toch, nog even vermelden: mooi werk, goed boek. Zeker voor Nederlandse begrippen.