Stef Bos had het afgelopen woensdag over tijd. Ik moest onwillekeurig denken aan de toespraak van Amadeu de Prado. De toespraak die mij weer deed denken aan mijn eigen beslommeringen over de tijd. Tijd. Ongrijpbaar, maar zo noodzakelijk. Wat zou een mens moeten zonder tijd? Zonder eindigheid voornamelijk. De tijd raast voort. Seconden, minuten, uren, dagen, jaren en decennia. Onomkeerbaar. Over een minuut ben ik een minuut ouder dan een minuut geleden. Een minuut eerder bij het einde. Een deprimerende gedachte? Of is de gedachte dat de volgende minuut er slechts een is van de vele die nog zullen volgen veel deprimerender? De Prado vraagt zich af waarom de gelovigen streven naar de eeuwigheid. Naar het eeuwige leven. Wat heb je immers aan eeuwigheid? Zou er bij eeuwigheid nog iets interessants zijn om voor te leven? Bestaat er dan nog zoiets als uitdaging? Of zou de gedachte overheersen dat het morgen ook nog kan? Of overmorgen. We kunnen alles voor ons uitschuiven in de wetenschap dat er altijd nog tijd voor is. Waarom vandaag naar Rome, als het over 100 jaar ook nog kan. Waarom vandaag naar werk, als het werk er over drie dagen ook nog ligt. Waarom ons druk maken om spijt, verlies of gemiste kansen. Iedereen heeft immers alle tijd, in de letterlijkste zin van het woord, om het alsnog te doen. Of het alsnog beter te doen. Waarom dit jaar je diploma behalen voor het VWO, als je de eeuwigheid nog bezit om een diploma te halen. Waarom treurig over vandaag, als het elk moment van de eeuwigheid nog kan.
Maar dat, die eeuwige kans om het alsnog te doen, is nog niet het meest weerzinwekkende van de eeuwigheid. Het meest weerzinwekkende is dat de eerste keer altijd het beste is. De eerste keer Rome. De eerste keer London. De eerste keer die nieuwe liefde. Dat eerste optreden. Niets zal het meer halen bij die keer dat de openbaring zich voor het eerst voordeed. Natuurlijk, de kracht van herhaling mag nimmer worden onderschat. Maar dat gevoel. Dat gevoel van de eerste keer. Je krijgt het nooit meer. En zo vervalt in de eeuwigheid alles in een ondraagdelijke saaiheid. Een verlangen dat langzaam doodbloedt in de gedachte dat het altijd nog vervuld kan worden. Begeerte wordt onbetekenend. Een verlangen iets wat onodige jachtigheid oplevert. Waarom vandaag? Waarom vandaag als het ook morgen kan? Maar toch, de halve aardkloot streeft naar onsterfelijkheid. Naar de eeuwigheid. Al dan niet op jachtvelden, al dan niet achter de poort van Petrus. Zouden die dan allemaal niet beseffen dat juist de tijd. Die voortvliegende tijd. Die seconden, minuten en uren die verdwijnen als sneeuw voor de zon, alles eigenlijk alleen maar de moeite waard maken?
Stef Bos begon erover afgelopen woensdag, in zijn overigens weer ontroerende optreden in de Stadsschouwburg en ik had er al over gelezen in de Nachttrein naar Lissabon. En het bleef me een beetje bezighouden. "Geen tijd" schreeuw ik de laatste tijd ook te veel. Tijd genoeg echter. 24 uren in een dag. Alleen niet tot in de eeuwigheid. Maar nu wel. 60 seconden deze minuut. En de vorige minuut is alweer voorbij. Weer een minuut dichter bij het einde. Maar het maakt alles slechts interessanter...
2 opmerkingen:
Je hebt het boek gelezen... :-) Indrukwekkend he hoe iemand in een flits van tijd besluit zijn complete leven om te gooien op zoek naar de verwezenlijking van wat ie echt graag wil in het leven. Was het altijd maar zo simpel...
Ja, tips als deze zijn altijd goed besteed :-)
Ben ook wel erg benieuwd hoe het nieuwe boek van Hosseini is...
Een reactie posten